“Van oorsprong is het jezelf opgeven om anderen te volgen”
T’ai Chi Ch’uan is de toepassing van de gedachten van Lao Tze, de I Ching en de traditionele Chinese Geneeskunde op martiale kunst. Het is de manier om taoistische principes in je dagelijks leven te brengen.
De in Europa het eerst en meest verbreide stijlvorm is in Twente eigenlijk niet doorgedrongen: de Yangstijl in de lijn van Cheng Man Ch’ing (Zheng Manqian) uit Taiwan. Deze onderwees in de laatste tien jaren van zijn leven in New York aan westerlingen. In die zelfde jaren werden in de Volksrepubliek de traditionele kunsten, die in 1949 al verboden waren, uitgeroeid.
Chinese leerlingen van CMC waren rond 1980 de eersten die vanuit de VS in Nederland workshops kwamen geven. Lo Pang Jeng liet in het eerste kamp dat hij in 1982 hier gaf, zien wat hij gefilmd had bij zijn recente bezoek aan zijn oudere klasgenoot Huang Sheng Shyan in Maleisië. Die demonstraties toonden Huang vooral onverschrokken met grote power temidden van - voor mij toen schrikbarend - aanstormend geweld. In de filmpjes op YouTube, die van later zijn, zie je speelse interactie en plezier: niet het martiale telt, maar de Dao.
Mijn leraar Phoa Yan Tiong had in l978 al gezegd dat Huang de verst ontwikkelde leerling van CMC was en dat hij een eigen trainingsmethode had ontwikkeld. Oefeningen die geest en lichaam helpen omvormen als steun voor het ontwikkelen van de vorm en daarnaast speciale partneroefeningen om sensitiviteit te ontwikkelen. Het weinige dat hij ervan wist liet hij zien en probeerden we te beoefenen. Ik kreeg een groot verlangen om in die richting verder te zoeken.
Eerst echter zou Meester Lo jaarlijks workshops komen geven en onze klasgenote Nellie Klabbers onderwees ons zijn vorm. Hem te volgen bleek neer te komen op de basis verstevigen, frustratie verdragen en de beginnersmind bewaren. Niet te bevatten bleef hoe door ontspanning en zachtheid er zo maar qi of kracht zou gaan ontstaan. Toen ik hem na acht of negen jaar weer zag en wilde weten of het gevoel van opwaartse kracht dat ik nu steeds bespeurde een stap vooruit was, zei hij achteloos: ' yeah, something supports you' .
Het onderwijs van meester Huang werd nog net voor diens overlijden in 1992, naar ons toe gebracht door een leraar met een niets verhullende en zeer doordachte methode. Er was nu niet alleen een richting, maar ook een route met stadia en tussendoelen. Tot mijn geluk heeft hij mij als leerling willen aanvaarden en sindsdien reis ik hem na zo lang en zo vaak als nodig is.
Patrick Kelly heeft met zijn analytische scherpte en spirituele helderheid kunnen vergaren en systematiseren wat door de jaren heen het hart zijn leraar ingaf op Chinese wijze hapsnap voor zijn leerlingen uit te strooien. “Ik ben als een oud schip, klaar voor de sloop, laat iedereen er afhalen wat hij kan gebruiken”. Ondertussen gaf hij aan wie er voor open stond gericht zeer subtiele aanwijzingen. Huang heeft tenslotte opgemerkt hoeveel Patrick van hem had weten te leren en hij bewonderde hem bovendien om het overzicht en de methodiek die hemzelf als leraar ontbraken. Hij zag het achteraf als zijn vergissing dat hij niet ook, zoals Patrick was gaan doen, open ‘het hart’ had onderwezen. Want het inzicht dat taiji niet bestaat zonder zelfcultivatie spreekt ook in Chinese gemeenschappen niet meer vanzelf.
De kans om waar ook ter wereld traditionele taiji te vinden en onderwezen te krijgen is klein.